Hallo, Filip hier, de filmvrijwilliger van TreAde. Ik ben die man die elke eerste maandag van de maand met een verse lading films komt aanzwaaien, jullie kennen mij misschien van een al dan niet uitgeslapen gezicht, zoniet: aangename kennismaking.
Nu de hele wereld op slot gaat, breng ook ik noodgedwongen mijn dagen op mijn appartement door. U moet namelijk weten dat ik gewend was om minstens één keer per week bij mijn bejaarde moeder te gaan logeren; een win/winsituatie als u het mij vraagt. Niet alleen appreciëren mijn moeder en ik elkaars gezelschap enorm, ik haalde er ook probleemloos mijn verloren slaap ruimschoots in. ’s Nachts ben ik immers in mijn eigen stek meestal nog wakkerder dan een vlo op een volle thermos koffie.
Bij mijn laatste bezoek aan mijn huisarts, nu twee weken geleden was die echter heel formeel: neen, ik heb vooralsnog geen Corona en toch: om mijn moeder voor alle zekerheid buiten schot te houden, moét ik van hem voorlopig op mijn eigen appartement blijven. Het duizelde mij bij die bewuste consultatie toch wel even voor de ogen. Ik woon namelijk in het centrum van Hasselt en daar is altijd wel iets te beleven, al was het maar die koffie in de rookveranda van The Century om de hoek of, nog dichter bij huis, in de lente en de zomer een ijsthee op het terras van de piekfijne, tot in de puntjes verzorgde brasserie Bordeaux.
Binnen blijven! Ik? En toch. Heeft niet elke medaille, hoe ze ook glanst, een al dan niet even heldere keerzijde? Ik verrekte de afgelopen jaren immers elke lente en zomer van angsten in mijn hoogsteigen living, domweg omdat er teveel volk op straat was en ik nog steeds niet helemaal gewend ben aan dat geroezemoes. Een hele batterij aan hulpverleners heeft mij in het verleden waardevolle tips gegeven hoor. Meer buitenkomen bijvoorbeeld. Of de wijk nemen naar mijn bureaukamer achteraan in mijn appartement. Of, nog beter: de confrontatie aangaan met de bron van je angsten –in mijn geval dus een drankje consumeren in dat eerder vermelde Bordeaux-eethuisje. ‘Exposure’ heet dat met een duur kostschoolwoord.
Tegenwoordig, in deze zeer vreemde Coronatijden durf ik, zonder ook maar een milligram angst, probleemloos in mijn eigen living te zitten; het winkelstraatje waar ik aan woon is toch zo leeg als een fles water in de handen van een dorstig voetbalteam. Op een uiterst verwrongen manier is dat echt heerlijk: vaarwel stress, vaarwel ellendige betrekkingsideeën, hopelijk tot nooit meer. En dus zit ik de laatste weken, zo ontspannen als zou ik liggen in een waterbed met begeleidende muziek van pakweg Enya, rustig films van mijn harde schijf bij te kijken, een zalig gevoel. Ik voelde mij deze week zelfs zo in mijn sas dat ik Doctor Sleep, de langverwachte sequel op The Shining, zeg maar de allerbeste griezelfilm aller tijden, heb bekeken. Kan je nagaan…
Vergis jullie niet: ook ik ervaar vaak eenzaamheid als een deken die langzaam over mij heen kruipt, als een kogel in slow motion die mij uiteindelijk zal vellen: ook ik word soms zo moedeloos als het anker van een vrachtschip dat mij onherroepelijk naar beneden trekt. En toch ben ik dus niet te beroerd om films te blijven kijken, al dan niet zeemzoete muziekjes te blijven beluisteren en mij simpelweg te amuseren in de gigantische speeltuin die mijn appartement op de keper beschouwd al zeven jaar is.
Verzorg dus uzelf en uw dierbaren –van op een veilige afstand, dat spreekt- heel goed en ja: tot in de zomer. Of de herfst. Of de winter. Wie zal het uiteindelijk zeggen? Zeker, ik kom zodra deze lockdown light voorbij is, weer met veel plezier maandelijks een film tonen in TreAde, dat spreekt. Tot in betere tijden dus!
-Filip Hermans