Vanuit je ervaringsdeskundigheid bij LEF zetelen als patiëntparticipant bij het netwerkteam van Reling: een hele mondvol voor iets doodeenvoudigs
En dat is, vraagt u nu al dan niet met rode oren. Simpel: de zeer waardevolle theoretische kaders die de denktank Netwerkteam aanbrengt, inkleuren met praktijkvoorbeelden van (ex-)patiënten, inclusief je eigen ervaringen uit het verleden. De prachtige, ivoren toren van concepten en al dan niet ronkende verklaringen meubileer je dus als ervaringsdeskundige met meubels uit de zogeheten prikkeldraad van de praktijk.
Want dat een opname niet steeds rozengeur en maneschijn is, is een even vaststaand feit als dat het vooralsnog niet sneeuwt in augustus. Toch mogen we volgens deze jongen het kind niet met het badwater weggooien, moeten we ons hoeden voor een denktrant die lijf, lief en leden, kortom: letterlijk alle verantwoordelijkheid in de broze handen van de patiënt legt. Om maar te zeggen dat ik al twee keer in dit prachtige netwerkteam heb mogen vertellen dat een gedwongen opname niet noodzakelijk het einde van de wereld betekent en dat ik dit ook al twee keer heb mogen staven met een voorbeeld uit mijn ervaring als patiënt. Ik ben zelf namelijk ooit eeuwen gedwongen opgenomen geweest maar ben vandaag niet te beroerd om te zeggen dat die collocatie mijn leven gered heeft en dat ik er sterker ben uitgekomen.
Want eigenlijk is de rol van ervaringsdeskundige als patiëntparticipant in een netwerkteam dezelfde als die van een beetje goede journalist in een parlementaire democratie: die van luis in de pels, van iemand die de mooie ronkende verklaringen van bijvoorbeeld heel het artikel 107-verhaal in de media met de regelmaat van een kapotte Zwitserse klok op de korrel neemt. Daarvoor mag en moet je graaien uit je eigen ervaringen, maar is het ook handig om steevast over het muurtje te kijken. Je vertegenwoordigt in een netwerkteam namelijk de stem van alle patiënten. Regelmatig contact met je achterban –in mijn geval LEF- is daarom een must: je moet, haast als een steengoede rijschoolinstructeur, altijd koppelen en terugkoppelen.
Net daarom reik ik mijn net geopereerde hals uit om nog meer (ex-)patiënten te ontmoeten. Ik ben namelijk, na die loodzware maar levensreddende collocatie, tweeënhalf jaar filmvrijwilliger geweest in Den Band, het ontmoetingscentrum van Hestia in Tienen; en probeer nu hetzelfde te gaan doen in het ontmoetingscentrum van Bewust in deze magnifieke bloesemstad –maandag heb ik er een afspraak. Want zo hou je het volgens mij het langste vol als ervaringsdeskundige: met in het zogeheten veld iets te gaan doen wat te maken heeft met je opleiding en interesse –ik heb journalistiek gestudeerd en ben 12 jaar filmcriticus geweest. Om dan vanuit die ervaring –een oase van ex-pätiënten- in het netwerkteam- als volleerd patiëntparticipant de spreekbuis van een ganse groep te worden.
Je kan het misschien het best vergelijken met wat (goede) psychiaters soms doen bij hun cliënten: op de man afvragen welk gevoel dat nu precies geeft, dit neurolepticum of dat antidepressivum dat ze nu al zo lang voorschrijven. Schitterend gewoon. Elk inzicht, zo herinner ik mij nog uit mijn cursus filosofie, begint immers bij een grote dosis verwondering. Ik dank u voor uw aandacht.
-Filip Hermans